ACMO Accountants + Belastingadviseurs

Pyrrusoverwinning Box 3 proefprocedure

rood percentageteken met pijl omlaag

Een pyrrusoverwinning noem je de situatie wanneer er een feitelijke winnaar is, maar dat die daarbij zoveel verliezen leidt dat je je af kunt vragen of de winnaar eigenlijk wel gewonnen heeft.

De uitkomst van het proefproces over Box 3 is dat de Hoge Raad heeft uitgesproken dat in 2013 en 2014 het zonder veel risico’s gemiddeld haalbare rendement op vermogen (in het algemeen) lager is dan 1,2%. Daardoor is er sprake van schending van onderstaand artikel 1 EP (zie onderaan dit artikel). Dit lijkt mooi, maar:

de Hoge Raad heeft in de uitspraak (op 14 juni 2019) daar echter geen gevolgen aan verbonden. Want de uitspraak levert een “rechtstekort” op welke de wetgever moet oplossen. De rechter kan dat tekort niet oplossen, tenzij in een individueel geval sprake is van schending van artikel 1 EP. Dus de Hoge Raad wijst de situatie (van de oude jaren) terug naar de Wetgever. En de Wetgever komt vervolgens niet met een tegemoetkoming; De Belastingdienst heeft (op 20 juni 2019) aangekondigd de ca. 60.000 bezwaarschriften hierover af te wijzen.

Het oordeel van de Hoge Raad biedt nog wel kansen voor de individuele belastingplichtige waarbij de totale belastingheffing te zwaar wordt omdat er nauwelijks inkomen of vermogen is in box 1 of box 2. Daarbij moet dan ook aangetoond worden dat dit niet incidenteel was. Het kan zijn dat om die reden er belasting over box 3 vermogen teruggegeven moet worden. Het is nog niet zeker hoe de wetgever gaat reageren of hoe een rechter in nieuwe zaken beslist.

Tegen de uitspraak op het massale bezwaar staat geen beroep open. Wel is zeker dat iedere belastingplichtige bij wie dit speelt individueel en vooral tijdig bezwaar moet maken. In dat bezwaar kan worden verzocht om een individuele uitspraak op het bezwaar. Dit bezwaar zal waarschijnlijk worden afgewezen en daartegen kan wel in beroep worden gegaan. De belastingbetaler moet dan -wederom individueel- in beroep gaan bewijzen dat de belastingheffing zo’n rib uit zijn of haar lijf was dat er alleen maar droog brood te eten viel. Want het enige argument dat het algemeen gemiddeld haalbare rendement in een jaar hoger was dan de heffing, is (blijkbaar) niet in strijd met artikel 1 EP.

We hebben destijds bezwaar gemaakt voor al onze klanten die Box 3 vermogensrendementsheffing hebben betaald en bezwaar wilden maken, door aan te haken bij dat proefproces. Dit hebben we gratis gedaan, omdat we vermoedden dat het bezwaar weinig zou opbrengen. Wij denken dat een vervolg kostbaar kan zijn (zeker als u niet in het gelijk wordt gesteld), terwijl we verwachten dat dit in veel gevallen geen soelaas biedt.

Overigens overwegen degenen die de proefprocedure zijn gestart (de Bond voor Belastingbetalers) of de uitspraak van de Hoge Raad moet worden voorgelegd aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg (Zwitserland).

Als u toch individueel bezwaar wil maken, vernemen we het graag.

Artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hiervoor genoemd Artikel 1 EP), luidt:

Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft recht op het ongestoord genot van zijn eigendom. Aan niemand zal zijn eigendom worden ontnomen behalve in het algemeen belang en onder de voorwaarden voorzien in de wet en in de algemene beginselen van internationaal recht.
De voorgaande bepalingen tasten echter op geen enkele wijze het recht aan, dat een Staat heeft om die wetten toe te passen, die hij noodzakelijk oordeelt om het gebruik van eigendom te reguleren in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen of boeten te verzekeren.

Belastingheffing is uiteraard ontneming van eigendom, maar dat mag vanwege het algemene belang. Dat is anders als de overheid een ‘fair balance’ tussen algemeen en individueel belang uit het oog verliest. Die vraag is aan de orde bij belastingheffing over box 3 vermogen.