Velen van De KRANT-lezers weten inmiddels dat de Belastingdienst niet meer uitgaat van de werkelijk genoten bankrente zoals vroeger het geval was. Neen, tegenwoordig moet de belastingbetaler uitgaan van een “fictief” rendement van 4%. En daar moet hij of zij dan inkomstenbelasting over betalen van 30%.
‘Fictief’, een raar woord eigenlijk, het betekent hetzelfde als ‘verzonnen’ of ‘bedacht’. Een fictief idee is een idee dat niet correspondeert met iets in de werkelijkheid.
Net zoiets als vroeger toen we het spel ‘Monopoly’ in de huiskamer speelden. Je bouwde een vermogentje op dat goed rendeerde, soms wel een rendement van zo’n 25% behaalde. Zeker als je de Kalverstraat en de Leidsestraat tot je bezit kon rekenen. Maar dan opeens sloeg het noodlot toe en had je in de kortste tijd zoveel schulden dat alle huizen en straten die je een tijdje eerder met veel mazzel had kunnen kopen, nu plots verkocht moesten worden. Gelukkig was het echter spel, het was niet echt, het was ‘fictief’.
De belastingheffing over je spaarcenten is echter geen fictie, het is harde werkelijkheid. Je betaalt inkomstenbelasting over iets wat je niet echt gebeurd hebt. Belastingheffing van 30% over iets wat je niet feitelijk hebt genoten. De bank geeft immers slechts zo’n 2% rente op je spaargeld terwijl je moet afrekenen alsof je 4% rente hebt ontvangen, fictief dus!
Nu zijn er vanuit de Tweede Kamer aan staatssecretaris F. Weekers van Financiën de volgende vragen gesteld:
“Bent u ervan op de hoogte dat er voor spaarders nog steeds wordt uitgegaan van een fictief rendement van 4% terwijl de meeste spaarrekeningen vergoeden 2 tot 2,5% rente? Hoe gaat u deze mensen compenseren die feitelijk teveel belasting betalen over hun zuurverdiende spaarcentjes?”
Weet u wat het antwoord was op deze toch wel serieuze vragen? Nu dat ging in het kort zo:
“Er is inderdaad een verschil tussen het forfaitair rendement voor de bepaling van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen en de huidige spaarrente. Voor mensen met kleinere vermogens kan het problematisch kan zijn om een rendement van vier procent te behalen. Echter een bedrag van € 20.785 per persoon is vrijgesteld. Daardoor betalen mensen met een klein vermogen over een relatief groot gedeelte van hun vermogen geen belasting en is het belaste forfaitair rendement als fractie van hun totale vermogen aanzienlijk lager dan vier procent”.
De staatssecretaris geeft uitsluitsel over de “mensen met een klein vermogen”. Zeg maar, zij die zo’n 50 mille aan euro’s op de bank hebben staan. Maar de vraag blijft dan wel: heeft de staatssecretaris ook een oplossing voor de mensen met een groter of groot vermogen? Zij die slechts 2,5% rente van de bank beuren, terwijl de inflatie (waardevermindering) zo’n 2% bedraagt? En dan over 4% ‘fictieve rente belasting betalen?
Wilt u hierover doorspreken of over andere zaken uw licht opsteken? Op iedere derde dinsdag van de maand kunt u vrijblijvend met ons klankborden. Een belletje is genoeg.
U kunt bezwaar maken door mee te liften op een proefprocedure die is gestart. Zie daarvoor ons artikel voor meer informatie.