Bij de verkrijging van onroerende zaken moet overdrachtsbelasting worden betaald. Voor woningen geldt in afwijking van het normale tarief van 6% een lager tarief van 2% van de waarde. Volgens de memorie van toelichting op de wetswijziging waarbij de tariefverlaging is ingevoerd wordt onder woning verstaan een onroerende zaak die op het moment van de juridische overdracht naar zijn aard is bestemd voor bewoning. Een onroerende zaak, die feitelijk wordt bewoond maar naar zijn aard niet bestemd is voor bewoning, geldt niet als woning voor de overdrachtsbelasting. Een onroerende zaak die geen woning is, maar wordt verbouwd tot woning, valt niet onder het lage tarief.
Inzet van een procedure was of een onroerende zaak bij de verkrijging in 2014 naar zijn aard was bestemd voor bewoning. Vaststond dat de onroerende zaak omstreeks 1800 als woning is gebouwd en decennialang als woning is gebruikt. Bij een verbouwing in 1959 is de onroerende zaak verbouwd tot kantoorpand. Daarna is het pand ook nog als winkel gebruikt. De vorige eigenaren hebben na de aankoop in 1998 een verbouwing uit laten voeren waarbij alle elementen van de winkel zijn verwijderd en de keuken en de badkamer zijn hersteld. Voor zover de onroerende zaak eerder was veranderd in een kantoor- of winkelpand is dat volgens Hof Den Haag door de verbouwing in 1998 ongedaan gemaakt. Vanaf dat moment was sprake van een woning. Het pand was naar zijn aard bestemd voor bewoning. Daarmee was het lage tarief van toepassing op de verkrijging in 2014.