De winst uit onderneming in de inkomstenbelasting wordt verminderd met de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling. De mkb-winstvrijstelling bedraagt 14% van het gezamenlijke bedrag aan winst uit onderneming na vermindering met de ondernemersaftrek. Bij de invoering van de mkb-winstvrijstelling is duidelijk gemaakt dat het begrip winst algebraïsch moet worden opgevat en dus zowel positieve als negatieve winsten (verliezen) omvat. De mkb-winstvrijstelling is dus ook van toepassing in geval van verlies. In dat geval leidt de vrijstelling echter tot een verhoging van de winst. Volgens de wetgever is dat vereist vanwege de systematiek van de wet. Het niet toepassen van de mkb-winstvrijstelling in verliessituaties zou tot gevolg hebben dat verliezen materieel tegen hogere tarieven worden verrekend dan de tarieven waartegen winsten worden belast.
Het beroep dat een verlieslijdende ondernemer in een procedure deed op het gelijkheidsbeginsel is door de rechtbank afgewezen. De wetgever heeft een redelijke rechtvaardiging voor de beperking van te verrekenen verliezen kunnen vinden in het uitgangspunt dat ondernemers, ongeacht het verloop van de resultaten van hun ondernemingen, in gelijke mate moeten worden belast. In hoger beroep heeft Hof Amsterdam zich bij het oordeel van de rechtbank aangesloten.