Het is mogelijk het kenteken van een auto of een motorfiets te schorsen. Gedurende de periode van schorsing hoeft geen motorrijtuigenbelasting (mrb) te worden betaald. Het voertuig mag tijdens schorsing niet op de openbare weg komen. Gebeurt dat toch en wordt dat vastgesteld, dan wordt een naheffingsaanslag opgelegd.
Aan de eigenaar van een auto werd een naheffingsaanslag mrb met een boete opgelegd. De reden daarvoor was dat met de auto was gereden tijdens de periode van schorsing van het kenteken. De boete bedroeg 100% van de nageheven belasting.
De eigenaar meende dat de naheffingsaanslag te hoog was omdat hij de auto slechts op één dag had gebruikt. Dat is geen reden voor verlaging van de aanslag. Een naheffingsaanslag mrb wordt berekend over vier aaneensluitende tijdvakken van drie maanden met als laatste tijdvak dat waarin het gebruik van de weg is geconstateerd. Voor het berekende bedrag is niet van belang of de auto in een deel van de periode niet is gebruikt.
Het gerechtshof liet het beperkte gebruik wel meewegen bij de beoordeling van de hoogte van de boete. De eigenaar had de auto gebruikt om achteruitgang door langdurige stilstand te voorkomen. Het hof vond een boete van € 250 in plaats van € 962 volstaan voor het begane verzuim.