De statutaire bestuurder van een BV kan eenzijdig zijn functie neerleggen. Dat wil zeggen dat aanvaarding van het ontslag door de bevoegde instantie van de BV geen vereiste os voor de effectuering van het ontslag. In beginsel heeft ontslagneming als statutair bestuurder tevens het einde van de dienstbetrekking tot gevolg. Partijen kunnen uiteraard anders overeenkomen. Wanneer partijen hebben besloten tot voortzetting van de arbeidsovereenkomst heeft dat tot gevolg dat de bestaande arbeidsvoorwaarden van toepassing blijven.
In een geval waarin partijen de arbeidsovereenkomst na het ontslag als bestuurder voortzetten, deed de werkgever een eenzijdig voorstel tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden. Dat voorstel hield in dat de 13e maand van de voormalige directeur kwam te vervallen. Omdat de arbeidsovereenkomst geen eenzijdig wijzigingsbeding bevatte, moest de voorgestelde wijziging worden getoetst aan de hand van het Stoof/Mammoet arrest van de Hoge Raad. De gewijzigde omstandigheden moeten aanleiding zijn voor het doen van het wijzigingsvoorstel en dat voorstel moet gezien alle omstandigheden redelijk zijn. Door het aftreden als directeur waren enkele taken en verantwoordelijkheden van de werknemer vervallen.
De kantonrechter vond het redelijk dat deze verandering van taken tot een aanpassing van de arbeidsvoorwaarden leidde. In het licht van de totale beloning vond de kantonrechter het vervallen van de 13e maand niet onredelijk. Een 13e maand is, anders dan het reguliere salaris, geen kernvoorwaarde van de arbeidsovereenkomst. Ander kantoorpersoneel van de werkgever kreeg ook geen 13e maand.