De Belastingdienst verwacht dat veel mensen bezwaar zullen maken tegen de vermogensrendementsheffing over het jaar 2019. De staatssecretaris van Financiën heeft daarom besloten om bezwaarschriften tegen de belastingheffing in box 3 over 2019 aan te wijzen als massaal bezwaar. Eerder gebeurde dat al met bezwaarschriften over de jaren 2017 en 2018. De aanwijzing als massaal bezwaar geldt alleen als de rechtsvraag de strijdigheid op regelniveau met artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) of met het discriminatieverbod van artikel 14 EVRM betreft. Artikel 1 EP regelt het recht op het ongestoorde genot van eigendom. Belastingplichtigen, die willen deelnemen aan de massaalbezwaarprocedure 2019, moeten individueel en tijdig bezwaar maken tegen de aanslag inkomstenbelasting 2019. Alle bezwaarschriften, die vallen onder de regeling massaal bezwaar, kunnen in één keer worden afgedaan door de Belastingdienst.
In overleg met een vertegenwoordiging van fiscaal intermediairs zal een aantal bezwaarschriften worden geselecteerd om voor te leggen aan de rechter ter beantwoording van de rechtsvraag.
Als een bezwaarschrift ook betrekking heeft op andere geschilpunten dan de vermogensrendementsheffing doet de inspecteur het bezwaar op die punten individueel af.
Als in een bezwaarschrift ook het standpunt wordt ingenomen dat de vermogensrendementsheffing op individueel niveau in strijd is met het EVRM, dan loopt het bezwaarschrift voor dat standpunt niet mee in de massaalbezwaarprocedure. Het bezwaarschrift wordt dan gesplitst.