Tot de aftrekbare kosten van een eigen woning behoort de betaalde rente van de eigenwoningschuld. De eigenwoningschuld is het totaal van de schulden, die zijn aangegaan voor de aankoop, verbetering of onderhoud van de eigen woning, en verminderd met het bedrag van een eventuele eigenwoningreserve. Om een verhoging van de eigenwoningschuld in verband met verbetering en onderhoud mogelijk te maken moeten de kosten daarvan met schriftelijke bescheiden onderbouwd kunnen worden.
Hof Den Bosch oordeelde dat, hoewel de bewijslast voor de besteding van een verhoging van de hypothecaire geldlening op de belanghebbende rust, de inspecteur niet zes jaar na dato om bewijsstukken van het onderhoud en/of de verbetering van de eigen woning mag vragen. Volgens het hof verwerkt de inspecteur na een zekere periode het recht om bewijs ter vragen wanneer hij gedurende die periode de aangiften heeft gevolgd.
De Hoge Raad deelt de opvatting van het hof niet. Uit de tekst van de wet volgt niet dat de inspecteur bewijsstukken binnen zes jaren of binnen de navorderingstermijn moet opvragen. Dat wordt niet anders door de omstandigheid dat de inspecteur in andere jaren de aangiften heeft gevolgd, zolang hij niet de indruk heeft gewekt dat het volgen van de aangiften in andere jaren op een weloverwogen standpunt berustte.