Zoals eerder al aangekondigd heeft de staatssecretaris van Financiën een voorstel ingediend om de aftrek van een deel van de huur van de woning door een ondernemer te voorkomen. Het voorstel is een reactie op een arrest van de Hoge Raad. In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat het huurrecht van een woning ondernemingsvermogen kan zijn als de woning voor meer dan 10% zakelijk wordt gebruikt. Dit arrest heeft tot gevolg dat ondernemers en resultaatgenieters de kosten van een onzelfstandige werkruimte in een gehuurde woning ten laste van de winst of het resultaat kunnen brengen. Ondernemers en resultaatgenieters met een eigen woning hebben die mogelijkheid niet. Een werkruimte is onzelfstandig als een eigen opgang en eigen sanitaire voorzieningen ontbreken.
De nu voorgestelde wetswijziging houdt in dat de aftrek van de kosten en lasten van (delen van) een gehuurde woning wordt uitgesloten. Op deze uitsluiting wordt een uitzondering gemaakt voor de kosten en lasten van een zelfstandige werkruimte. Door deze aanpassing worden ondernemers en resultaatgenieters met een onzelfstandige werkruimte gelijk behandeld, ongeacht of zij in een huurwoning of in een koopwoning wonen. De verwachte opbrengst van deze aanpassing wordt gebruikt om de beperking van de gemengde kostenaftrek te verminderen. Momenteel zijn deze kosten voor 73,5% aftrekbaar. Het voorstel is deze kosten voor 80% aftrekbaar te maken.