Met ingang van 1 juli 2016 is het mogelijk om een civielrechtelijk bestuursverbod op te leggen. Het verbod kan worden opgelegd aan een bestuurder die faillissementsfraude heeft gepleegd of die zich heeft misdragen in de aanloop naar een faillissement. Een bestuursverbod wordt opgelegd door de civiele rechter op verzoek van het Openbaar Ministerie of van de curator. Een bestuursverbod geldt voor maximaal vijf jaar. Deze wijziging van de Faillissementswet is bedoeld om faillissementsfraude en onregelmatigheden rond een faillissement te bestrijden. Een bestuurder aan wie een bestuursverbod is opgelegd kan voor de duur van het verbod geen bestuursfunctie of commissariaat vervullen bij een rechtspersoon.
In het kader van de bestrijding van faillissementsfraude is de wettelijke positie van de curator per 1 juli 2016 versterkt. Het niet juist voeren van de administratie en het niet bewaren daarvan in de periode voorafgaand aan het faillissement is met ingang van die datum strafbaar gesteld.