In overleg met werkgevers en werknemers is besloten om de Wet werk en zekerheid (Wwz) op een aantal punten aan te passen. Het gaat om de toepassing van de ketenbepaling bij seizoensarbeid en op het recht op transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid en om bedrijfseconomische redenen. Het wegnemen van deze knelpunten moet bijdragen aan het bevorderen van bestendige arbeidsrelaties.
Seizoensarbeid
De ketenbepaling is bij de invoering van de Wwz aangepast. De periode die tussen twee arbeidscontracten moet liggen wil geen sprake zijn van opvolgende contracten is verlengd van drie naar zes maanden. De ketenbepaling houdt in dat maximaal drie opvolgende tijdelijke arbeidscontracten mogen worden aangeboden met een totale duur van niet meer dan 24 maanden. Worden meer dan drie opvolgende contracten aangeboden of is de totale duur langer dan 24 maanden, dan is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Er is geen sprake van opvolgende contracten bij een tussenliggende periode van meer dan zes maanden. Voor seizoensarbeid wordt nu geregeld dat deze periode kan worden teruggebracht naar drie maanden. Dat geldt alleen voor werk dat door klimatologische of natuurlijke omstandigheden seizoensgebonden is en maximaal negen maanden per jaar kan worden verricht. Juist bij seizoensarbeid heeft de tussenperiode van zes maanden tot gevolg dat een contract voor onbepaalde tijd moet ontstaan terwijl er geen werk is gedurende een deel van het jaar. Dat zou kunnen leiden tot beëindiging van de arbeidsrelatie. Deze consequentie staat haaks op de doelstellingen van de Wwz. De aanpassing van de ketenbepaling is opgenomen in een nota van wijziging bij het wetsvoorstel tot Regeling van de arbeidsvoorwaarden van gedetacheerde werknemers. Het is de bedoeling dat deze aanpassing op 1 juli 2016 in werking treedt.
Geen transitievergoeding bij vervangende cao-regeling
Volgens de huidige regeling kan het recht op een transitievergoeding worden uitgesloten wanneer de cao een gelijkwaardige voorziening kent. De cao-voorziening kan bestaan uit een vergoedingsregeling, scholingsfaciliteiten of outplacement. Voorwaarde is dat de waarde van de cao-voorziening voor een individuele werknemer gelijk is aan de transitievergoeding waar hij recht op zou hebben gehad. Deze voorwaarde zal vervallen bij ontslag om bedrijfseconomische redenen of wegens bedrijfsbeëindiging. De cao-partijen mogen zelf bepalen wat de inhoud en omvang van de voorziening is en wie de kosten daarvan draagt.
Compensatie transitievergoeding bij ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid
Een werknemer heeft ook bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid recht op een transitievergoeding. Er komt een regeling om werkgevers voor die gevallen te compenseren vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds. Deze regeling moet voorkomen dat werkgevers de arbeidsovereenkomst met langdurig zieke werknemers niet beëindigen om te voorkomen dat zij de transitievergoeding moeten betalen. Onderzocht wordt of deze aanpassing met terugwerkende kracht in kan gaan.
Realiseren van de voorstellen
De aanpassingen van de bepalingen over de transitievergoeding worden opgenomen in een wetsvoorstel dat op 1 januari 2018 in werking zal moeten treden. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting begin 2017 bij de Tweede Kamer ingediend.