Op de waardeaangroei van aandelen die een aanmerkelijk belang vormen rust een belastingclaim. Die claim komt ondermeer tot uitdrukking bij verkoop van de aandelen. Emigratie van een aanmerkelijkbelanghouder is een belastbaar feit. Omdat er niets wordt gerealiseerd bij emigratie wordt een conserverende aanslag opgelegd. Die aanslag dient om de claim van de Nederlandse staat op de aangroei van de aandelen te behouden. Er wordt uitstel van betaling verleend. Dat uitstel geldt tot het moment waarop de aanmerkelijkbelanghouder iets doet met de aandelen wat in Nederland tot belastingheffing zou leiden. Na tien jaar wordt de conserverende aanslag kwijtgescholden. De aanmerkelijkbelanghouder die na emigratie dus ten minste 10 jaar wacht met verkopen van zijn aandelen kan dit doen zonder Nederlandse belasting te hoeven betalen.
Vaak wordt bij emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder ook de werkelijke leiding van de BV verplaatst. Bij emigratie naar een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten zonder een aanmerkelijkbelangvoorbehoud voor dividenden kan Nederland het nationale heffingsrecht over dividenden niet of niet volledig uitoefenen. Wanneer het emigratieland de voordelen uit aanmerkelijk belang niet of beperkt belast, is sprake van een emigratielek. Een winstuitdeling van minder dan 90% van de winstreserves leidt niet tot inning van de conserverende belastingaanslag. Om de Nederlandse fiscale claim te behouden en om fiscaal gedreven emigratie te voorkomen, worden enkele maatregelen voorgesteld.
Door deze maatregelen kan Nederland de conserverende belastingaanslag ook bij een winstuitdeling van minder dan 90% innen. Om anticipatiegedrag te voorkomen worden deze maatregelen met terugwerkende kracht tot en met 15 september 2015 om 15.15 uur ingevoerd.