Naar aanleiding van berichten in de media zijn Kamervragen aan de minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid gesteld over het omzeilen van de transitievergoeding. Dat zou gebeuren door zieke medewerkers onbetaald in dienst te houden. Doordat er geen einde komt aan het dienstverband hoeft geen transitievergoeding betaald te worden. Uit de aantallen werknemers per week waarvoor bij het UWV toestemming voor ontslag wegens langdurige arbeidsongeschikt wordt gevraagd leidt de minister af dat, als er al sprake is van een constructie om het betalen van een transitievergoeding te ontlopen, daar niet veel gebruik van wordt gemaakt.
Als het onbetaald in dienst houden van een werknemer geen andere reden heeft dan het niet willen betalen van een transitievergoeding dan getuigt dat niet van fatsoenlijk werkgeverschap. Er kunnen andere redenen zijn om een arbeidsovereenkomst in stand te houden, zoals de verwachting dat de werknemer binnen afzienbare termijn in staat zal zijn om het werk te hervatten of de verwachting dat er passend werk beschikbaar komt.
De minister neemt geen aanvullende maatregelen om ontwijking van de transitievergoeding tegen te gaan. In voorkomende gevallen kan een werknemer naar de rechter gaan voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst en hem verzoeken om toekenning van een billijke vergoeding of een transitievergoeding.