De Wet arbeidsmarkt in balans (hierna WAB) gaat in op 1 januari 2020. De WAB is met name gericht op het herstel van de balans tussen vast en flexibel werk.

Onze relaties hebben we met een rechtstreeks bericht in meer heldere taal en met tips geïnformeerd over de WAB. Op deze site treft u nadere informatie over de WAB aan alsmede het stroomschema waaruit afgeleid kan worden of het hoge danwel het lage tarief kan worden toegepast.

Voorkom dat u onnodig (te) hoge WW-premie betaalt vanaf 2020

Met ingang van 2020 wordt de premie voor de Werkloosheidswet (hierna WW) niet meer vastgesteld op basis van de WW-instroom in een sector maar naar de aard van de arbeidsovereenkomst met de werknemer. Dit volgt uit de Wet arbeidsmarkt in balans en de wijziging van het besluit Wfsv per 24 juni 2019 (Wijziging besluit Wfsv (24-06-2019)). De lage premie bedraagt in 2020 2,94% en de hoge premie 7,94% (over het bruto loon) (Regeling tot vaststelling van de premiepercentages, 2019-0000154274 (06-11-2019)). Werkgevers moeten WW-premie betalen over het premieloon. Voor 2020 bedraagt het premieloon maximaal € 57.232 bruto per jaar. Het onnodig betalen van te dure premie kan dus jaarlijks maximaal € 2.861 per werknemer kosten.

Wanneer mag u de lage WW-premie toepassen?

Wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan kan de lage premie worden toegepast. De lage premie kan van toepassing zijn in de volgende gevallen:

Een werknemer heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (artikel 27, eerst lid, Wfsv vanaf 2020) met een duidelijk afgesproken aantal uren.
Let op! In de arbeidsovereenkomst mag niet staan dat als de werknemer niet werkt ook geen loon betaald hoeft te worden (de zogenaamde uitsluiting van loondoorbetaling zoals het nul-urencontract, oproepovereenkomst en dergelijke). Er is in ieder geval sprake van duidelijk afgesproken aantal uren, wanneer:
1. de uren over de periode van maximaal een maand vastliggen, of
2. de uren over een jaar vastliggen én het loon gelijkmatig is verspreid.
De werkgever heeft een praktijkovereenkomst met een leerling uit de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Voorwaarden daarbij zijn dat deze overeenkomst schriftelijk is, voorzien is van een dagtekening en in de administratie is opgenomen. De lage premie geldt dan ook voor zover sprake is van een arbeidsovereenkomst met de BBL’er. (Artikel 27, derde lid, onderdeel a, Wfsv vanaf 2020)
De werknemer komt een arbeidsovereenkomst overeen met een werknemer die jonger is dan 21 jaar en die maximaal 52 uur per kalendermaand werkt (of maximaal 48 uur per vier weken als de aangifte loonheffing per vier weken wordt ingediend). Werkt de jonge werknemer in bepaalde aangifteperioden meer dan de maximale uren, dan geldt in die aangifteperiode de hoge WW-premie. (Artikel 27, derde lid, onderdeel b, Wfsv vanaf 2020)
Bij uitkeringen op grond van werknemersverzekeringen die de werkgever doorbetaalt. Dat geldt zowel wanneer sprake is van eigen risicodragerschap als wanneer de werkgever de uitkering van het UWV ontvangt en doorbetaalt.

In alle andere gevallen is de hoge premie van toepassing.

Overigens moet een werkgever de lage premie alsnog herzien (lees: naar boven bijstellen) wanneer de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd binnen twee maanden na aanvang eindigt. De reden van beëindiging is daarbij niet belangrijk. Dus ook wanneer de werknemer vertrekt wegens een beter bod elders, moet de hoge premie worden toegepast (artikel 2.3, eerste lid, onderdeel a, Besluit Wfsv vanaf 2020).

Let op! De werkgever moet de lage premie herzien naar de hoge premie als de afgesproken arbeidsomvang minder bedraagt dan 35 uur per week én de daadwerkelijk gewerkte uren meer dan 30% hoger zijn dan de afgesproken verloonde uren (artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b en derde lid, Besluit Wfsv vanaf 2020) . Onder de verloonde uren vallen onder meer gewerkte uren, doorbetaalde ziekte-uren en doorbetaalde vrije uren.

Plan van aanpak

Voor de personen die liever in een schema willen zien dan teksten lezen, hebben we onderaan dit artikel de stappen schematisch weergegeven.

Om te zorgen dat de werkgever in zoveel mogelijk situaties aan de voorwaarden voldoet om de lage premie te kunnen toepassen, is de volgende informatie nodig:

Wordt er voor werknemers WW-premie afgedragen?

Ga voor de werknemers na of er premies WW verschuldigd zijn:

Zo nee, bijvoorbeeld voor de:
1. de directeur groot aandeelhouders (ook bekend als DGA’s),
2. meewerkende kinderen,
3. pseudo werknemers en
4. stagiairs die geen reële arbeidsbeloning ontvangen.
Zo Ja, let op: dit betreffen ook fictieve dienstbetrekkingen die belast zijn voor alle loonheffingen:
1. aannemers van werk en hun hulpen,
2. agenten en subagenten,
3. bestuurders van coöperaties met werknemerszelfbestuur,
4. bepaalde uitvoerende bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen,
5. gelijkgestelden,
6. leerlingen en stagiairs (behalve de leerling uit de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en de stagiair zonder reële arbeidsbeloning),
7. sekswerkers die werken voor een exploitant,
8. thuiswerkers en hun hulpen,
9. topsporters met een A-status van NOC*NSF of
10. uitzendkrachten.

Welke werknemers hebben een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd?

Ga voor deze werknemers na:

Is met elk van deze werknemers een schriftelijke arbeidsovereenkomst gesloten en aanwezig?

Zo nee: is er bezwaar tegen om voor deze werknemers alsnog een schriftelijke arbeidsovereenkomst op te stellen?
1. Zo nee (geen bezwaar), zorg dan voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en met een duidelijke arbeidsomvang (zie punt 2 hierna).
2. Zo ja (wel bezwaar), de hoge premie is van toepassing.
Zo ja: (er is een schriftelijke overeenkomst) ga dan door naar punt 3.
Staan in de arbeidsovereenkomst een duidelijk aantal afgesproken uren?
1. Zo nee: is er bezwaar tegen om dat alsnog in de arbeidsovereenkomst op te nemen?
  1. Zo nee (geen bezwaar), pas dan de uren in de overeenkomst aan. De lage premie is dan van toepassing.
  2. Zo ja (wel bezwaar), de hoge premie is van toepassing.
2. Zo ja (in de arbeidsovereenkomst staat een duidelijk aantal afgesproken uren): de lage premie is van toepassing.

Toelichting op het aantal uren

De afgesproken uren mogen maximaal per maand zijn vastgesteld. Eventueel mag ook een aantal uren per jaar worden afgesproken. Kiest de werkgever voor dat laatste, dan moet hij het loon wel in gelijke delen betalen. Dat betekent dus dat hij het risico loopt dat hij, achteraf gezien, te veel loon heeft betaald of de werknemer het risico loopt dat hij pas (veel) later betaald krijgt voor zijn werk. Let dan in het bijzonder op dat de werknemer met een contract voor minder dan 35 uur in de praktijk niet méér gaat werken dan het afgesproken aantal uren plus 30%. Doet hij dit wel dan is alsnog de hoge premie van toepassing (artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b en derde lid, Besluit Wfsv vanaf 2020).

Welke werknemers hebben geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

Ga voor deze werknemers na:

Zijn er werknemers in dienst die jonger zijn dan 21 jaar?
1. Zo nee: de hoge premie is van toepassing.
2. Zo ja: Werken deze werknemers minder dan 52 uur per maand (bij een maandaangifte) of minder dan 48 uur per vier weken (bij een vierwekenaangifte) of kunnen de werkzaamheden zo georganiseerd worden dat deze werknemers in de toekomst wel binnen deze maxima vallen?
  1. Zo ja: de lage premie is van toepassing in alle aangifteperioden dat zij binnen deze maxima werken.
  2. Zo nee: de hoge premie is van toepassing in alle aangifteperioden dat zij niet binnen deze maxima werken.

Zijn er werknemers met een praktijkovereenkomst in het kader van een BBL?
1. Zo ja: de lage premie is van toepassing.
2. Zo nee: de hoge premie is van toepassing.

Aandachtspunten

Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt opgevolgd door arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

Heeft u werknemers in dienst die oorspronkelijk een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd hadden, die van rechtswege is overgegaan naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd? En is voor deze werknemers geen schriftelijke overeenkomst voor onbepaalde tijd aanwezig? Zorg dan dat je klant dit alsnog vastlegt in een (aanvulling op het) arbeidscontract (zoals een addendum).

Is de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd nog niet verstreken, maar wil de werkgever deze al omzetten in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of wordt een contract voor bepaalde tijd opgevolgd door een contract voor onbepaalde tijd, dan mag de werkgever dit ook vastleggen in een addendum.

De Belastingdienst meldt op het Forum Salaris (PLEIO) dat de werkgever voor deze werknemers de lage WW-premie mag toepassen als voldaan is aan de volgende voorwaarden:

De werkgever en werknemer hebben een schriftelijk addendum ondertekend.
Uit dit addendum blijkt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is.
De werkgever bewaart dit addendum bij de loonadministratie.

Meer arbeidsovereenkomsten?

Het kan voorkomen dat een werknemer twee arbeidsovereenkomsten heeft. Bijvoorbeeld, een arbeidsovereenkomst voor 20 uur vast en een tweede arbeidsovereenkomst voor een voor de duur van een project. Er moet dan per overeenkomst gekeken worden of de hoge of lage premie van toepassing is.

Overige aandachtspunten

Meer informatie over de hoge en lage premie is terug te vinden in het kennisdocument premiedifferentiatie WW van de Rijksoverheid.

De Belastingdienst gaat in de eerste Nieuwsbrief Loonheffingen 2020 (31-10-2019, pagina 5-25) ook uitgebreid in op de nieuwe regels.

Met ingang van 2020 moet een werkgever de aard van het dienstverband vermelden op de loonstrook. Bovendien moet de arbeidsovereenkomst in de loonadministratie bewaard worden. Omdat niet eenduidig is wat er allemaal bij de loonadministratie hoort, nemen veel salarisadministrateurs de arbeidsovereenkomst op in hun werknemersdossier. Op die manier kunnen ze ook meteen checken of er inderdaad een arbeidsovereenkomst is waarop de lage premie mag worden toegepast.

Voor een schematische weergave van voornoemde, zie ons stroomschema .

ACMO Accountants + Belastingadviseurs

Hoge WW-premie voorkomen in 2020? Lees hier hoe.