De afgelopen week had ik weer eens een mooie aangifte inkomstenbelasting onderhanden. Althans de uitkomst was mooi (een behoorlijke belastingteruggave), maar zoals dan wel vaker het geval is zijn de achterliggende omstandigheden minder fraai.
Het betrof in dit geval een directeur-groot aandeelhouder (DGA) die in de afgelopen jaren veel geld had uitgeleend aan zijn B.V.
Dit is iets wat in deze tijd van economische crisis wel vaker voorkomt: de banken willen de kredieten niet verruimen en de DGA wil zijn of haar onderneming toch nog overeind houden. Toch was de onderneming nu failliet gegaan. Een vordering van de DGA op zijn of haar BV valt in box I van de inkomstenbelasting (de terbeschikkingsstellingsregeling). Het afwaarderen van de vordering wegens oninbaarheid is aftrekbaar in box I. Hieraan zijn wel een aantal voorwaarden verbonden.
Zo moet de lening zijn verstrekt onder zakelijke voorwaarden en mag er geen sprake zijn van een kapitaalstorting. Indien de DGA op het moment van het uitlenen van geld al weet dat hij of zij zijn of haar geld niet zal terugzien, spreken we van een “bodemloze put lening” en zal deze niet voor aftrek in aanmerking komen. Er zijn nog meer voorwaarden; ook de omstandigheden waarin het geld wordt geleend zijn van belang.
De bewijslast voor het weigeren van de aftrekpost ligt bij de inspecteur. Daarom adviseer ik u dat als u geld uitleent aan uw BV: maak altijd een leningcontract met zakelijke leningvoorwaarden, vraag bijvoorbeeld onderpand of hypotheek en andere zekerheden aan uw BV. En laat dit leningcontract zo mogelijk registreren bij de Belastingdienst of laat de notaris deze opstellen.
Mocht u dan uiteindelijk uw uitgeleende geld niet terugkrijgen, dan heeft u in ieder geval een aftrekbare post in uw aangifte inkomstenbelasting. Gaat deze aftrekpost uw belastbaar inkomen in box I te boven dan ontstaat er een verlies.
Let dan goed op in welk jaar u de vordering afwaardeert, want er zijn spelregels voor de volgorde van verliesverrekening.
Raadpleeg in ieder geval uw accountant of belastingadviseur.